RSS

Blog berichten van '2018' 'november'

Wat is het verschil tussen voedselallergie en intolerantie

Het verschil tussen een voedselallergie en voedselintolerantie is vaak lastig te zien. Toch zijn er wel wezenlijk verschillen. Wij zetten ze voor je op een rijtje en vertellen je ook direct wat je kunt doen.

Voedselintolerantie

Bij een voedselintolerantie reageert het lichaam van je hond of kat ongewoon op een bepaalde stof uit de voeding. Het lichaam is namelijk niet in staat om die stof te verteren, omdat het spijsverteringssysteem niet meer goed werkt. Het immuunsysteem is niet betrokken bij intolerantie. De bepaalde stoffen die een intolerantie reactie oproepen noemen we ‘triggers’. Bij een voedselallergie noemen we dit allergenen. Een voorbeeld van voedselintolerantie is bij mensen de lactose-intolerantie. Deze mensen hebben dan een tekort van het lactase enzym, dat eiwitten afbreekt. Dit kan komen doordat de persoon nog nooit melkproducten heeft genomen of ze al lange tijd niet meer gebruikt heeft. Normaal verteert lactase de lactose (melksuiker). Maar omdat dit nu niet of niet goed gebeurt, ontstaan er maagdarmklachten zoals diarree en buikpijn.   

Voedselallergie

Bij een voedselallergie is het immuunsysteem wel betrokken. Je hond of kat heeft dan een allergie ontwikkeld voor een bepaalde stof, eiwit, in het voer. Dit kan door vlees ontstaan, maar ook door soja, rijst, kip, tarwe, maïs, melkproducten, eieren, lam en gist. Een klein beetje van zo’n stof of ingrediënt kan al een allergische reactie geven. Hoe je dit oplost? Lees hierover meer in onze blog over Voedselallergie. Een groot verschil tussen intolerantie en voedselallergie is ook dat je hond al van een klein beetje eiwit een allergische reactie kan krijgen. Terwijl een intolerantie soms wél kleine hoeveelheden van dat eiwit kan hebben.

Wat kan ik doen tegen intolerantie en allergie?

Eliminatiedieet Er is eigenlijk maar één oplossing: het eliminatiedieet. Belangrijk is om eerst vast te stellen waardoor de klachten ontstaan. Is het door bijvoorbeeld rund of kip of iets heel anders? En waar reageert je viervoeter wel goed op? Om hierachter te komen, start je met een eliminatiedieet. Hoe je elimineert en met welke producten, lees je in onze blog Het eliminatiedieet: hoe werkt het? 
‘Buitenlandse honden zijn echt anders dan Nederlandse’

Honden opvangen is dankbaar werk. Pieternel vangt met verschillende stichtingen verwaarloosde honden op uit het buitenland. ‘Het is fantastisch wat iets simpels als aandacht kan betekenen voor deze honden.’

Opgesloten in een hokje van één bij één of naarstig op zoek naar eten in de straten van een grote stad. Miljoenen honden hebben dit uitzichtloze leven. ‘Gelukkig zijn er stichtingen die zich hiervoor inzetten en de honden een nieuw baasje geven,’ vertelt Pieternel die sinds 2008 honden uit het buitenland opvangt.

Typische honden

‘Buitenlandse honden zijn niet te vergelijken met Nederlandse honden. Het zijn honden met een verhaal, waar niemand vaak echt van weet hoe dat verhaal precies is gegaan. Ze leefden vaak voor lange tijd in een soort van overlevingsmodus en waren totaal op zichzelf aangewezen. Dat zie je duidelijk in de houding van de hond en hoe ze op je reageren. Soms schieten ze al weg bij een kleine stemverheffing. Ze zijn eigenwijs en weten goed wat ze willen. Zo’n hond jou weer laten vertrouwen en structuur geven is daarom soms best lastig. Maar als de klik er eenmaal is, krijg je er enorm veel voor terug.’

Eervol werk

Met stichtingen als Abandoned Pets Foundation, Sphoek, Second Chance Foundation en Dutch adoptions, zorgde Pieternel al voor tientallen honden. ‘Wij wonen aan de rand van de bossen van Nijmegen en hebben alle ruimte. Op het moment hebben mijn man en ik nog vier honden, waarvan drie uit het buitenland. Charlie een Spaanse spaniël uit Spanje, cocker spaniël Bella uit Spanje en Kanjer uit Portugal. Kanjer is echt een bijzondere hond. Hij is zwart, grijs, bruin en wit en heeft twee verschillende oogkleuren; iets wat je vaak ziet bij honden met meer dan drie kleuren.’ ‘Honden uit het buitenland opvangen is enorm eervol werk. Het is fantastisch om een ‘verloren’ hond hier weer op te zien bloeien en te beseffen dat jij daarvoor zorgde. Je zou kunnen denken: waarom zoek je het niet dichterbij huis, met de honden in de Nederlandse asielen? Tsja, ook in Nederland zitten veel honden in het asiel. Ik vind dat deze honden het toch veel beter hebben: ze komen veel sneller in een asiel en krijgen daar voer en een dak boven hun hoofd. Anders dan de honden in Nederlandse asielen zijn buitenlandse asielhonden vaak ‘honden van de straat’.

Niets aangeleerd

‘De meeste honden uit het buitenland kunnen niets. Ze weten hoe ze voor zichzelf moeten zorgen, maar commando’s als ‘zit’ en ‘af’ kennen ze niet. Ik leer ze dat bewust ook niet aan. Ik vind dat een hond gewoon hond moet zijn en daar horen die trucjes niet bij. Het is een misverstand om te denken dat je het jezelf daarmee moeilijk maakt. Mijn ervaring is dat de honden juist erg naar mijn lichaamstaal kijken en ik ze daar wel mee kan laten zien of iets wel of niet mag.’

Naar een goed thuis

‘Het idee is dat ik de honden opvang en weer socialiseer, waarna ze door kunnen naar een goed thuis. Toch kon ik niet van alle honden afscheid nemen. Rooie bijvoorbeeld. Zij kwam uit Portugal en was eerst erg moeilijk, maar toen we elkaar beter leren kennen en ik ontdekte dat ze verlatingsangst had, ging het veel beter. Ze werd onderdeel van het gezin.’

Vrijwilligerswerk

Het opvangen is een vrijwilligerswerk. De kosten die je maakt qua voer zijn dus voor jezelf. Helemaal niet erg, want we doen dit voor de honden en niet voor het geld. Een nieuw baasje moet wel gewoon aan de stichting een adoptieprijs betalen voor de hond. Dat geld is bedoeld om de hond reisklaar te maken. Denk aan gezondheidsverklaringen, sterilisatie/castratie en transport. ‘Wij vinden het belangrijk dat stichtingen, naast het adopteren, ook een programma hebben om het hondenprobleem in het land van herkomst te verbeteren. Bijvoorbeeld door een sterilisatie-of castratie programma.’ Het geld wat overblijft wordt gebruikt voor voer en verbetering van de opvang ter plaatse. Verder gaat alles hetzelfde als bij een andere hond. Alleen heeft deze een bijzonder verhaal.  
‘Het is verschrikkelijk wat verwaarlozing doet’

Tientallen honden vonden al een thuis. Maar ook velen bleven. Pieternel vangt straathonden op uit het buitenland. ‘Ik maak zoveel met ze mee. Elke dag is wel een nieuw avontuur.’

De honden van Pieternel komen uit heel Europa. Van Spanje en Portugal tot Roemenië. De één werd gevonden op straat, de ander zat alleen in een huis van een overleden vrouw. Ondanks dat iedere hond moeilijke tijden had, ving Pieternel ze thuis in Nijmegen op. Sommige tijdelijk, andere voor heel lang.  

Allereerste tranen

‘Het eerste hondje wat uit het buitenland kwam was Rooie. Per vrachtwagen kwam ze met de stichting Abandoned Pets Foundation van Portugal naar Nederland. Ik had haar enkel op de website van de stichting gezien, maar was meteen verkocht. Wat een prachtig rood hondje was ze. Met meer baasjes stond ik die dag op de vrachtwagen te wachten. Het moment dat Rooie uit de vrachtwagen kwam, weet ik nog goed. Ik was zo emotioneel. Het is bizar om te bedenken dat er gewoon een vrachtwagen vol verwaarloosde honden uit één bepaald gebied komt.’ ‘Rooie was moeilijk in het begin. Ze jankte vooral ‘s avonds veel en we konden niet zo goed plaatsen waar het aan lag. Toen we op een avond de deur naar onze slaapkamer open hadden laten staan, schoot ze stiekem naar boven. Vanaf dat moment gingen de avonden goed. Ze was stil en sliep goed. Eigenlijk zeiden we altijd ‘geen honden op de slaapkamer’, maar het gaf Rooie rust en dus gaven we haar een eigen plekje in de kamer.’

‘Jochie toch’

‘Als hondeneigenaar mag je nooit vergeten dat honden afhankelijk van je zijn. Ze hebben niet alleen eten, maar ook aandacht nodig. Je kunt je bijna niet voorstellen wat het met een hond doet als dit geen logische dingen zijn. Zo hadden we eens een hond uit Roemenië die enorm bang was en duidelijk vreselijke dingen had meegemaakt. Een bijzonder geval en enorm bang voor mijn man. Hoewel het een prima hond was, vond hij bij ons geen rust en dat vinden we wel belangrijk als we een hond willen houden. Daarom is hij naar een mevrouw in Den Haag gegaan. Een half jaar later belde ze ons blij op. ‘Het gaat ontzettend goed met hem. Zullen we binnenkort eens langskomen?’ Dat leek mij in eerste instantie niet zo’n goed idee, omdat hij dan misschien terug zou vallen. Ze kwam toch en het was fantastisch. Hij heette nu ‘jochie’ en de twee waren dikke maatjes. Heel mooi om te zien wat liefde en een goede klik kan doen.’

Hond op nummer 1

Dat je met liefde over al je grenzen heen kan gaan, bewijzen twee baasjes waar Pieternel al vier jaar vers vlees voor bestelt. ‘Beide baasjes zijn veganistisch en proberen alles zo milieubewust mogelijk te doen. Je zou zeggen: geen dierlijke producten dus. Niet voor hen nee, maar wel voor hun honden. Hoe lastig ze dat ook vinden, ze zien ook dat het voor hun honden het beste is. Ik koop het vlees voor hen in en bewaar het in mijn vriezer. Ik vind het echt bewonderenswaardig hoe zij hun honden op nummer 1 zetten.’ ‘Mijn vriezer ligt vol met allerlei lekkers van DARF. Ik voer voornamelijk vers vlees, drie keer per dag. De laatste maaltijd om half acht ‘s avonds. Ik geef het vlees op een groot dienblad, zo doen ze er net wat langer over, want ze willen nog weleens schrokken. Het leuke is dat ze soms stiekem bij elkaar mee eten. En dat vinden ze eigenlijk allemaal wel prima. Geen geknok voor dat laatste stukje vlees. Vooral de kvv’s met vis vinden ze erg lekker.’  

Ternauwernood ontsnapt

Pieternel zit vol hondenverhalen, maar maakte door de jaren ook een paar angstige momenten mee met haar honden. Met haar Spaanse spaniël Charlie bijvoorbeeld. ‘Tijdens de Nijmeegse Vierdaagse werd Charlie eens door twee Amerikaanse staffords gepakt. De honden waren van een junkie, die de honden duidelijk niet aan kon. Ik ben er tussen gesprongen en heb met geweld de honden uit elkaar kunnen halen. Het werd even helemaal zwart voor mijn ogen toen ik zag hoe Charlie aan alle kanten werd gegrepen. Onder het bloed kroop hij weg. Ook ik zelf belandde met flinke beetwonden in het ziekenhuis. Volgens de dierenarts had ik het leven van Charlie gered. Zijn achterpoten waren flink toegetakeld en in zijn nek had hij drie diepe beten. Ik durf mijn honden nu niet meer los te laten en ben tijdens het wandelen extreem op mijn hoede. Sommige mensen zeggen weleens ‘geniet je wel een beetje, je kijkt zo driftig om je heen’. Het is niet anders, ik wil precies weten wat er aankomt. Ik zal er zeker wéér tussen springen. Alles voor mijn honden. Maar ben het gevecht dit keer liever voor.’